Zoeken op afmeting

Bandenspanning voor competitiebanden

De onderstaande tabel geeft de juiste bandenspanningen aan voor op het circuit, deze spanningen zijn niet goedgekeurd voor op de normale weg. Als u dus van het circuit af gaat dient u de oorspronkelijke bandenspanning te handhaven.

De spanningen zijn indicatief. De ervaren bestuurder kan de spanning naar zijn voorkeur en binnen de mechanische grenzen aanpassen. De bandenspanning moet per 0.15 bar aangepast worden voor optimale nauwkeurigheid.

Om niet het risico te lopen op ongelijke bandslijtage bij DOT gecertifieerde banden, mag de spanning niet te laag zijn. Een te lage bandenspanning zorgt voor de verschijning van een slijtingscirkel op de schouder van de band. Een juiste spanning minimaliseert de risico's.

Het bestuurdersgedrag is ook één van de balngrijkste factoren voor een geleidelijke slijtage van de banden.

VoertuigtypePositieSpanning
VoorwielaandrijvingVoor2.4 / 3.15 bar
Achter2.1 / 2.8 bar
Motor voor/ achterwielaandrijvingVoor2.4 / 3.15 bar
Achter2.1 / 2.8 bar
Motor achter/ achterwielaandrijvingVoor2.4 / 3.15 bar
Achter2.4 / 2.8 bar

Hoe verminder of verhoog ik onderstuur of overstuur?

De tabel hieronder geeft aan welke bandwijzigingen en geometrie aanpassingen er nodig zijn voor het rijden op een circuit. Ze zijn in geen geval goedgekeurd voor het rijden op de normale weg. Wanneer u dus van het circuit af gaat dient u de originele afmetingen weer toe te passen.

Aanpassingen Onderstuur reduceren Overstuur reduceren
Voorbandspanning Lager Hoger
Achterbandspanning Hoger Lager
Voorbandbreedte Groter Kleiner
Achterbandbreedte Kleiner Groter
Wielvlucht voorwiel Positiever Negatiever
Wielvlucht achterwiel Negatiever Positiever
KPI-hoek voorwiel Grotere inclinatie Smallere inclinatie
KPI-hoek achterwiel Smallere inclinatie Grotere inclinatie
Askanteling voorwiel Versoepelen Verstevigen
Askanteling achterwiel Verstevigen Versoepelen
Voorste stabilisatorstang Versoepelen (verfijnen) Verstevigen
Voorste stabilisatorstang Verstevigen Versoepelen

In de regen rijden

Het wordt aanbevolen om de bandenspanning ongeveer 0.4-0.7 bar te verhogen vergeleken met de spanning op droog wegdek, om de kans op aquaplaning te verminderen.

Ter herinnering: aquaplaning komt voor als het water tussen de band en het wegdek niet goed geëvacueerd wordt. Het water vormt dus een laag tussen de band en het wegdek waardoor u grip verliest.

Door het verhogen van de spanning zet de wang van de band uit terwijl het doorbuigen verminderd wordt.

Het contactvlak tussen de band en het wegdek wordt dus kleiner en smaller. Dit zorgt ervoor dat het profiel van de band dieper is en het het water dus beter geëvacueerd wordt.


LiveChat
Whatsapp Messenger